Het orgel

Geschiedenis en uitleg over het van Vulpenorgel in de Veenkerk

We staan hier bij het van Vulpenorgel,dat in 1950 is gefabriceerd. In februari 1951 is het nieuwe orgel in een feestelijke dienst in de Veenkerk in gebruik genomen. Het orgel heeft 7450,- gulden gekost. Dit is precies het bedrag dat de Veenkerk heeft ontvangen voor het monumentale orgel,het van Gruisen orgel uit 1794,dat is verkocht aan Burgh in Zeeland. Dit orgel was in 1923 in de Veenkerk gekomen en is tijdens de oorlog zwaar beschadigd door Engelse artilleriebeschietingen:het bestuur van de Veenkerk ontving nog een voorstel om dit monumentale orgel te laten repareren:kosten:3500,- tot 4000,- gulden. Dit voorstel ging van tafel.
Gaan wij even naar de dispositie van het orgel:dispositie wil zeggen de totaliteit van alle registers van een kerkorgel.
De dispositie van dit orgel is alsvolgt: Prestant 8” , Holpijp 8’, Prestant 4”, Octaaf2”, en Scherp 3-4 . Ik trek het register open van de Prestant8”.Een register is een opeenvolgende reeks van orgelpijpen,van de grootste tot de kleinste,gelijkvormig in toonkarakter;dus elke toets op het klavier hoor je de prestant 8” (voet wil zeggen de toonhoogte).De prestant is het voornaamste orgelregister en kenmerkt zich door een krachtig en zangrijk geluid. Het octaaf, de toon daarvan is zeer helder. Scherp is een vulstem.(iets laten horen b.v. het prestantregister).
De werking van het orgel: als ik een toets indruk,wordt er een ventiel geopend,dat zich bevindt in de windlade:dit is een rechthoekige kist, waarop de orgelpijpen zijn gemonteerd. De motor, electromotor zorgt dat er geperste lucht in de magazijnbalg komt:via windkanalen komt de lucht in de windlade en als je dan een toets indrukt ,gaat het ventiel in de windlade open en stroomt de lucht in de orgelpijpen;en omdat er een opening zit in de orgelpijp,produceert het vervolgens een geluid(trilling van de lucht).
De orgelpijpen kunnen we in 2 groepen onderscheiden:de labiaalpijpen en de linguaalpijpen. Labium=lip, dus lippijpen en lingua=tongpijpen. Dit orgel heeft geen tongpijpen. Orgelpijpen zijn gemaakt of van hout,maar meestal van metaal:een mix van tin en lood. Voorbeelden van tongpijpen: Holpijp 8”, Trompet 4”, 8’ en 16” ,Dulciaan en Clarinet. Voorbeelden van labiaalpijpen zijn: prestant, fluit, cornet, gemshoorn etc..

Tot slot nog even iets over de mensuur; de mensuur van de orgelpijp is de verhouding tussen de doorsnede en de lengte van de orgelpijp; men spreekt van enge, normale en wijde mensuur van de orgelpijp. De mensuur is dus medebepalend voor de klankkleur van het orgel.